Vrienden maken, je taxi bestellen, je huis verhuren en je nieuwe vlam vinden: voor zo een beetje alles is er tegenwoordig een app. Ze zijn sinds de komst van de smartphone niet meer weg te denken uit onze maatschappij. En toch hoor je af en toe dat het nog beter kan. Hoe? Met dApps! Oftewel, decentralized applications. Maar apps werken toch ook prima? Waarom zouden dApps beter zijn dan apps?
De meeste decentralized applications worden op Ethereum gebouwd. Dapps zijn decentraal omdat ze decentraal kunnen worden opgeslagen op nodes die deel uitmaken van de betreffende blockchain. De afhankelijkheid van een centraal punt valt hiermee weg. Met andere woorden: er is geen single point of failure. Als één van de nodes het begeeft, blijft het netwerk (en dus de dApp) gewoon in de lucht. Er bestaat dus geen downtime in de wereld van dApps.
Daarnaast spelen de transparantie en controle die gebruikers hebben over hun data een grote rol in de populariteit van dApps. Door de achterliggende blockchain-technologie worden de activiteiten in de dApp vastgelegd in een openbaar grootboek. De data die hierop staat kan niet worden verwijderd. Hierdoor kan niet met de data worden gesjoemeld en is censuur onmogelijk. Verder heeft iedere gebruiker controle over zijn/haar eigen data omdat iedere gebruiker bepaalt waar zijn/haar data voor gebruikt wordt. Er zijn geen ‘algemene voorwaarden’ die plotseling gewijzigd worden.
Verder is er bij een dApp geen sprake van een centrale entiteit, zoals een app store of een ontwikkelaar, die de dApp kan aanpassen of verwijderen. Dit betekent dat gebruikers onderling gebruik kunnen maken van platforms zonder dat er een commissie betaald moet worden aan het bedrijf achter de dApp, zoals bij de apps van AirBnB en Uber het geval is. De commissie die je betaald is voor de computers (nodes) die het netwerk beveiligen en zal veel lager zijn dan de commissie die je bij app-platforms gewend bent. Bovendien krijg je transparantie en controle over je data terug voor deze fee. Ook betekent de afwezigheid van een centraal platform, zoals de App Store, dat je als ontwikkelaar niet hoeft te voldoen aan allerlei richtlijnen voor je dApp.
Tevens zijn dApps gebaseerd op open-source software waardoor iedereen kan bijdragen aan de ontwikkeling van de dApp, mocht dat gewenst zijn. Hierdoor is er sprake van een continue stroom aan recensies en verbeteringen van de code achter bijvoorbeeld Ethereum.
Door de decentrale opzet en cryptografische versleutelingen in bijvoorbeeld Ethereum, zijn dApps bovendien aanzienlijk veiliger dan apps. Hackers dienen bij het aanvallen van een dApp duizenden, zo niet miljoenen, servers tegelijkertijd aan te vallen. Bij een app kan het aanvallen van één server genoeg zijn. De cryptografische versleutelingen blokkeren de toegang tot de data en het geld dat de dApp opslaat. Deze data wordt alleen vrijgelaten als de aanvaller meer dan 50% van de computers in het netwerk onder controle heeft. Dit betekent onder andere een forse daling tot een nihil niveau van ddos-aanvallen, phising en identiteitsfraude.
Er gaan minder kosten gepaard met het ontwikkelen van een dApp in vergelijking met de ontwikkeling van een app. Dat heeft deels te maken met het feit dat er veilig waarde kan worden opgeslagen in een dApp. De dApp-ontwikkelaar hoeft daarom geen derde partij meer in te huren die dat regelt. Verder hoeft een dApp-ontwikkelaar geen kosten te maken voor cloud-opslag of server support. Dit komt omdat de dApp in de lucht wordt gehouden door alle nodes.
Een dApp heeft dus alles wat een app heeft, maar dan beter. Uiteraard zijn er ook wat nadelen en toepassingen van dApps die het een stuk concreter maken. Meer informatie daarover kun je vinden op onze pagina over Ethereum onder de kopjes “Wat zijn de risico’s van Ethereum?” en “Wat kan Ethereum doen in de echte wereld?”.
